062 Taxi-taxi! (een vakantieverhaal)

Na een paar uur door het kolossale Londen te hebben gedrenteld, besloten mijn vader en ik in een restaurant enige spijzen te nuttigen en onze moe gewandelde vol blaren zittende voeten enige rust te gunnen. We bestelden een garnalensalade en terwijl we hierop zaten te wachten vroegen we terloops aan een serveerstertje de juiste tijd (Mijn vader's horloge had namelijk een gebrek). Want we moesten om zeven uur de trein naar Sheerness halen, waarvoor we tot onze spijt (maar dat zou later blijken), de kaartjes reeds gekocht hadden. Toen mijn vader dan ook vernam dat het al half zeven was kregen we een adem afsnijdende schok. Vervolgens werd haastig het etentje, waarop we watertandend hadden zitten wachten, afgezegd. In Regent Street hielden we een twintigtal taxi's aan, maar deze waren tot onze grote ergernis allemaal bezet. Een volgende stroom leverde al even weinig succes op.

Ten einde raad vluchtte mijn vader een winkel in, waar hij telefonisch een taxi trachtte te bestellen. Ikzelf wachtte buiten de volgende stroom af. Taxi's in Londen zijn ouderwetse, zwarte wagens met koplampen ter grootte van een theepot; ze zijn daardoor makkelijk te herkennen. Eindelijk, na een kwartier kwam mijn vader, en na weer een kwartier verscheen op zijn dooie gemak een taxi. De trein konden we wel vergeten en we besloten maar meteen door te rijden naar Sheerness, een afstand te vergelijken met Den Haag-Utrecht, een lange rit dus. Ik constateerde dat de meter beter werkte dan mijn vader's horloge.

Daar zagen we de eerste lichten van de haven. In de aankomsthal, waar men paspoort en plaatsbewijzen voor de boot moest tonen, kwam mijn vader tot de ontstellende ontdekking dat hij die waardevolle en Heilige vodjes niet meer bij de hand had. Nog in de taxi? Die stond er nog, maar een onderzoek leverde niets op, nerveus ontkennend kwam vader terug, opende vlug de koffer en tot zijn grote opluchting bleken de papieren daar te zijn.

Met ons nog resterende geld konden we een bescheiden maaltijd nuttigen. De volgende morgen voeren we de veilige haven van Vlissingen binnen.

 

© Frank Faber 1976