|
|
|
|
063 Dieren in gesprek
Op een stil verlaten landweg fietste Erik, een jongen van veertien. Hij moest eieren halen bij de boerderij van Geurtsema. Het was een mooie dag en de vogeltjes floten. Toen hij bij de boerderij was aangekomen zette hij zijn fiets tegen het muurtje aan. Hij deed hem niet op slot want hier kwam toch haast niemand en de waakhond was op zijn hoede. Hij belde aan, de deur ging open en in de deuropening stond een dikke boerin. Er speelde een glimlach om haar lippen en ze had een geheel tandeloze mond.
"Wel wel! Kom binnen." Mummelde
ze."Je mot seker eieren heb'n?" bracht ze er met moeite uit met haar
grappige accent."So, ga sitt'n," zei ze een stoel aanschuivend."Je
lust seker wel een koppie sjokolademelk met koek, self gebakke
hoor,""Als het niet teveel moeite is, graag dan." Zei Erik.
"Dat dacht ik ook so" zei vrouw Geurtsema, een kop dampende
chocolademelk inschenkend.
"En hier benne dan twaalf eieren voor jou, contant betale
asseblief!"
Erik betaalde en stond op.
"Bedankt voor de chocolade en de koek, 't was erg lekker."
"Dat doet me plesier," zei de boerin.
"Doe de groeten thuis!" sprak ze.
"Dat zal ik doen." zei Erik en reed weg.
Erik kwam langs een weiland vol
klaprozen en die verspreidden een slaapverwekkende geur.
"Aah" dacht Erik, "ik moet even daar gaan zitten."
"Hallo!" Erik keek op, "Riep daar iemand?" Erik keek om zich heen
maar er was geen mens te zien.
"Als het een of andere grappenmaker is, kom dan maar tevoorschijn."
zei hij geërgerd.
"Ik ben geen grappenmaker." klonk dezelfde stem weer.
"Nou kwam het warempel uit die oude knotwilg!" mompelde Erik. Hij
klom tot bovenin en gaf een schreeuw van verrassing. De knotwilg was
helemaal hol van binnen. Erik klom tot op de bodem van de knotwilg,
maar er zat geen mens in.
Plotseling voelde hij iets
tegen zijn benen kriebelen. Hij bestierf het haast van schrik. Toen
hij zich omdraaide zag hij een rechtopstaande haas met lange
flaporen.
"Dag Erik," zei de haas. Erik viel van de ene verbazing in de andere.
Zijn hersens werkten op volle toeren. Hij had die haas toch duidelijk
"Dag Erik" horen zeggen, maar volgens de wetten der logica kon dat
niet. "Ik droom natuurlijk!" bracht Erik stamelend uit.
"Toch niet," sprak de haas "Ik wou jou meenemen naar het rijk der
dieren." Sprak de haas. Hij ging naar een hoek van de boom en schoof
een stuk bast weg wat wel een deur leek. Terwijl hij dit deed voelde
Erik zich kleiner en kleiner worden. Totdat hij even groot als de
haas was.
"Zo kun je beter door de geheime gang." zei de haas. Inderdaad gaapte
achter de bast een donkere opening.
"Maar meneer, hoe moet ik u noemen, waarvoor neemt u mij mee?" vroeg
Erik.
"Niet zoveel vragen tegelijk." zei de haas bestraffend.
"Je mag me flapoor noemen en wat dat meenemen betreft, kijk dat zit
zo: een wet van ons zegt dat op deze dag het mens wat het beste voor
de dieren is geweest vandaag een rondleiding krijgt van de oudste
haas uit het leger. Na veel denkwerk hebben we jou uitgekozen. Volg
me nu maar door de gang."
Erik liep aarzelend achter de haas aan.
"Deze gang hebben wij zelf gegraven en komt uit op een weiland van
boer Geurtsema."
De gang had vele kronkels en Erik voelde dat ze zo nu en dan stegen
en daalden. Plotseling hield de gang op, de haas duwde een luik of
iets in die zin omhoog en de haas stapte naar boven. Hij hielp Erik
uit de gang en hij ademde meteen de frisse lucht in. Ze stonden in
een bosje. Erik had er geen flauw benul van waar hij zich bevond. Hij
liep maar achter Flapoor aan. Toen hij naar de lucht keek zag hij dat
het al nacht was.
"Ja, de tijd gaat hier snel," zei de haas. Erik hoorde een zacht
geruis.
"Wat is dat voor een geluid? vroeg hij.
"Dat is het snurken van de slapende hazen, het is namelijk
middernacht zie je." klonk het antwoord
"Wat!" schrok Erik "maar dat is toch veel te laat?"
Maar de haas reageerde daar niet op.
"Oehoe! Ik ruik hazenvlees," klonk het opeens hoog in de lucht.
"Snel, verstop je!" riep Flapoor zenuwachtig.
"Ja, maar waar?" schreeuwde Erik terug.
"Oehoe, dat minimensje als toetje zou zalig zijn." klonk weer de stem
van de uil.
"Wat een vraatzuchtig beest!" zei Erik, zich schuilhoudend achter een
braamstruik.
Een oude veldmuis was door het
lawaai wakker geworden; "Hoe durven ze een fatsoenlijke veldmuis
wakker te maken? Schandalig!"
Hij stond nog even met zijn armen te zwaaien en zijn kleine vuistjes
te ballen en wat hij riep was lang niet mooi. Toen kwam de uil iets
lager vliegen, hap! Weg muis! Arme muis, maar ja dat is nou eenmaal
de aard van moedertje Natuur.
De uil bleef nog wat navliegen want aan een muis als voorgerecht had
hij niet genoeg, maar hij kon zijn prooi niet vinden. Daarom vloog
hij weer weg.
Erik en Flapoor herademden en
ze kwamen uit hun schuilplaats tevoorschijn als duveltjes uit
doosjes.
"Dat gebeurt haast altijd helaas; eerst is het veilig en dan wordt
het oppassen geblazen!"
Erik knikte. Na dit voorval kwam er leven in de brouwerij; overal
hoorde hij stemmetjes, maar je zag niets. Tenminste, dat leek maar
zo, want als je iets beter keek zag je inderdaad iets bewegen. Even
maar, langzaam verstomde het geroezemoes; toen was alles weer stil,
doodstil!
Erik voelde zich als alleen op
de wereld. Waar was Flapoor nu toch? Hij riep zijn naam. Zou hij
soms…
dat zou betekenen dat hij altijd zo klein moest blijven. Een
vreselijke gedachte maakte zich van hem meester; de harde waarheid
drong tot hem door, waar moest hij nu heen? Vragen genoeg maar de
antwoorden ontbraken. Erik baande zich een weg door het gras. Maar
hij bleef halverwege op een graswortel zitten.
Hij begon met zijn ogen te knipperen, wat was dat toch opeens? Hij geeuwde luid en sloeg zijn ogen open. Erik keek verbaasd om zich heen. Hij lag aan de voet van de knotwilg en daar tegen dezelfde wilg stond zijn fiets. Het doosje met eieren was er nog steeds. Toen stapte hij op zijn fiets en reed naar huis alsof er niets was gebeurd. Erik vertelde dit verhaal aan niemand, want geen mens zou hem geloven. De volgende dag ging hij, enkel uit nieuwsgierigheid kijken naar de knotwilg. Het bleek dat deze helemaal niet hol van binnen was.
© Frank Faber-jaar onbekend