048 Over dromen

 

Wie zijn we in onze dromen? Een antwoord op deze vraag geef ik niet, domweg omdat ik het niet weet. Misschien zijn we wel sluipmoordenaars die iemand ombrengen aan wie we een hekel hebben. Of moorden uit wellust. Wie weet. In een droom kunnen ook vele verborgen angsten aan het licht komen. Hoe vaak dromen we niet achterna gezeten te worden en niet vooruit te kunnen komen. Beklemmend dus! Een variant op deze droom heb ik wel eens gehad; ik zat in een auto achter het stuur (ik heb niet eens een rijbewijs) en kwam millimeter voor millimeter vooruit, hoe hard ik ook gas gaf. Absurde dingen in een droom zijn schering en inslag en we aanvaarden ze als heel gewoon. Wat dacht u van een paard dat kan praten, (nee, niet Mr. Ed) huilen en lachen en met een servet voor aan tafel zit te eten. Ik heb het echt gedroomd.

"Dromen zijn bedrog!" zegt men. Het tegendeel is waar; ze kunnen voorspellend zijn, maar dan zijn ze symbolisch, de kunst is de betekenis van zo'n droom te ontcijferen. Deskundigen menen dat we zelf een oplossing ervoor moeten vinden. Velen zijn een droom al vergeten bij het ontwaken.

"Ik droom nooit!" zegt men dan. Maar iedereen droomt. Elke nacht, tenminste, als men slaapt. Freud heeft beweerd dat dromen alles met seks te maken zouden hebben, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn volgens mij. Zo droom ik wel eens naakt rond te lopen en dat iedereen dan naar me kijkt. De verklaring is simpel; het is de angst jezelf te laten zien hoe je werkelijk bent. Want elk mens loopt met een masker rond. Uit die angst volgt die van het falen. Dit is een algemeen voorkomend verschijnsel. Nachtmerries heb ik gelukkig zelden en als ik ze heb word ik met hoge koorts wakker. Bij het ontwaken heb ik meestal zo'n gevoel van: "jammer, het was maar een droom!" Want ik droom vaak zeer humoristisch en erg realistisch en als ik dan wakker word heb ik soms moeite met het verder gaan tot de orde van de dag.

 

 

© Frank Faber 1982