045 Op kamers

 

Begin jaren '80 van de vorige eeuw besloot ik dat het tijd werd om op eigen benen te staan, daarvoor woonde ik in een soort pension te Wateringen. Ik spitte de krant door op zoek naar een kamer in Den Haag en ging samen met mijn moeder kijken. De kamers die ik te zien kreeg leken me wel aardig maar er waren altijd dingen die mij deden besluiten niet die kamer te nemen. Of ze waren te duur of er waren zoveel regeltjes waar je als kamerbewoner je aan moest houden omdat de hospita vaak ook in hetzelfde pand woonde en toch wel van haar rust hield. Tja, dan moet je maar geen kamers verhuren tenzij je geld nodig hebt en woekerprijzen vraagt. Rare uitdrukking eigenlijk "op kamers". Waarom is dit in het meervoud? Je woont toch slechts in een kamer? En waarop op kamers? Je leeft toch niet op het dak of zo? Je zou zeggen in een kamer. Dat is logischer. Maar ja, spreektaal.

Uiteindelijk kwam ik terecht in de Ieplaan en de huiseigenaar woonde daar zelf niet. Later ben ik erachter gekomen dat hij meerdere huizen bezat en daarvan alle kamers verhuurde. De Ieplaan was geen verkeerde keus geweest, al woonden er dertien mensen in dat huis en was er beneden maar een douche. Maar al die jaren dat ik daar gewoond heb, maakte ik het niet mee dat wanneer ik wilde douchen, die ruimte bezet was. Of ze maakten er op andere tijdstippen gebruik van of ze gingen nooit onder de douche. Ik had een piepklein kamertje, tweehoog achter en betaalde daar 350 gulden in de maand voor. Alles was inclusief gas, licht en water. Op het halletje boven stond een fornuis waar ik zelf mijn potje kon koken. Dat ging zonder problemen, koken had ik me vrij snel eigen gemaakt. Op die gang stond ook een koelkast voor algemeen gebruik en er verdween wel eens een pak melk en natuurlijk wist niemand wie dat gedaan had.

Mijn familie maakte zich grote zorgen om mij toen ik aankondigde zelfstandig verder te willen gaan, alleen mijn moeder had er het volste vertrouwen in dat ik het hoofd boven water kon houden en dat vertrouwen bleek later niet onterecht. Ik was helemaal selfsupporting; draaide eens in de week bij een wasserette mijn wasjes en financieel ging het ook goed want ik had een eigen inkomen. Ik woonde daar enkele maanden en toen kwam de kamer naast de mijne vrij die veel groter was en bovendien een balkon had. Goed, ik betaalde daar honderd gulden meer voor maar dat was geen probleem. Ik had daar ook mijn eigen koelkast die ingebouwd in een kast was en die had ik overgenomen van de vorige bewoner, dus spoorloos verdwenen levensmiddelen behoorden tot het verleden. Omdat 's winters de verwarming wel eens weigerde stonden in die periode nogal eens de ijsbloemen op de ruiten, dat was wel een van de weinige minpuntjes van die kamer en de kastdeuren en plinten waren geverfd in een soort huisbazenbruin. (nee dat woord staat niet in de Dikke Van Dale)

Toen ik op kamers woonde, al ruim twintig jaar geleden, realiseerde ik me pas achteraf dat ik in die periode heel gelukkig was. Gek eigenlijk dat je daar pas later bij stilstaat. Wellicht kan ik veel later weer over de huidige tijd hetzelfde zeggen. Nu gaat de geschiedenis zich herhalen want onze zoon gaat sinds kort regelmatig op kamerjacht. Vlakbij de universiteit waar hij studeert. Ben heel benieuwd. Hij heeft concurrentie van veertien andere kandidaten en de jury, of misschien is ballotagecommissie in dit verband een beter woord, bestaat uit zijn eventuele toekomstige huisgenoten. Hij heeft dus een kans van een op vijftien die kamer te bemachtigen. Het is een kamer in een studentenflat van vijf etages zonder lift, dus ik hoop voor hem dat hij niet uitgerekend op de bovenste etage terecht komt. Ik hoop dat als hij erin slaagt die kamer te bemachtigen dat hij net zo gelukkig wordt als ik destijds was. Het betekent in elk geval dat het vogeltje na negentien jaar het nest gaat verlaten. Een cruciaal punt in je leven! Het zal dan wel een stuk stiller worden thuis. 

Het was zaak dat je zelf je kamer, de toilet en douchecel schoonhield al waren er huisgenoten die wat dat betreft nooit hun handen lieten wapperen. Ja, een douche voor dertien mensen is toch wel weinig; gelukkig was er wel op iedere etage een toilet. Maar ondanks dat alles heb ik er toch enkele jaren met plezier gewoond .

Als je op kamers woont kun je soms rare dingen meemaken, zeker als je zoals in mijn geval als een van de weinige kamerbewoners de beschikking had over een eigen telefoonaansluiting. Het was soms beter om mijn huisgenoten hierover in het ongewisse te laten. Het zou een hoop gedonder gescheeld hebben als niet iedereen op de hoogte was geweest van mijn aansluiting. Teveel mensen naar mijn zin wisten het en ik had zoals gezegd een hele goede reden om het te verzwijgen; wat niet weet wat niet deert.. Een eigen telefoon kan handig zijn als je om wat voor reden wilt bellen of gebeld worden maar helaas zijn er altijd mensen die, als ze er eenmaal lucht van krijgen dat jij de monopoliepositie op hetzelfde adres hebt betreffende die handige uitvinding van Bell, ze er altijd misbruik van willen maken, ook op momenten dat het jou helemaal niet uitkomt. Om nog maar te zwijgen van het feit dat ze dan ook nog op jouw kosten willen bellen. Voor een acute noodsituatie vind ik dat niet erg; ik bewijs mijn medemens graag een dienst en verwacht in sommige situaties een wederdienst als het zo uitkomt; voor wat hoort wat, maar het gebeurde ook vaak dat ze uitgerekend mijn toestel zich wilden toe-eigenen voor allerlei onzingesprekken wellicht met het buitenland als ze met een ver familielid van alles te bespreken hadden en dat op mijn kosten en zo'n gesprek kon eindeloos duren, de meter tikte maar geduldig door en bovendien kon ik met al hun fantastische belevenissen meegenieten, ik hoorde vaak dingen die ik helemaal niet eens wilde horen. 

Wat ook meespeelde en wat we niet over het hoofd moeten zien; in die tijd was het verschijnsel mobiele telefoon nog toekomstmuziek, haast niemand had er nog van gehoord, wellicht dienden in die dagen de eerste exemplaren zich toen al aan en die waren lang niet zo geavanceerd en gebruikersvriendelijk als de huidige modellen en meestal van een heel groot log formaat en het zware gewicht was ook onhandig, maar de meeste mensen hadden zich toen niet de gelukkige bezitter kunnen noemen omdat ze het zich niet konden permitteren vanwege de toen nog hoge prijs die je ervoor over moest hebben, dit was daarom lang niet voor iedereen bereikbaar zoals dat tegenwoordig wel het geval is, maar men wist toen niet beter, dus wist men ook niet wat men miste. Gemak dient de mens, dat wel. Wat men toen zeker niet miste waren al die zeer uiteenlopende, luidruchtige ringtones waar je nu ongewild mee geconfronteerd wordt in de bus of tram, om nog maar te zwijgen van al die onzinnige gesprekken waar je tegen je zin getuige van moet zijn zodat je rust nog niet verstoord kon worden; een groot voordeel van toen, heerlijke tijd! 

Kamerbewoners maakten er een gewoonte van bij de bel beneden, twee maal bellen voor Piet drie maal voor Ans , een onduidelijk briefje met hun naam erop te bevestigen om aan familie en andere belanghebbenden duidelijk te maken "hier woon ik" en verder aan iedereen die het maar wilde weten.Dat kan ook in je nadeel werken zoals in mijn geval. In dat huis hadden de meest uiteenlopende mensen gewoond van alle nationaliteiten rassen geloven en dat alles broederlijk onder een dak, wat onvermijdelijk wel eens voor conflicten zorgde, die problemen losten zich vaak op met behulp van een diplomatieke medebewoner, als die voorhanden was tenminste. Maar goed, om terug te komen op dat bellenbord, er had ooit een invalide vrouw in ons huis gewoond en die was al een tijdje vertrokken en blijkbaar had ze daar spijt van want ze probeerde haar vergissing te herstellen via een behulpzame man die toevallig ook in dat huis woonde, een soort steun en toeverlaat voor alle bewoners. Zulke mensen zijn onmisbaar. Maar goed, die man was helaas niet in het gelukkige bezit van een eigen aansluiting en dat bracht die vrouw op het idee dat bellenbord beneden te bestuderen en toen kwam ze automatisch mijn naam tegen en die correspondeerde ook nog eens met mijn gegevens in de telefoongids en daarna was de link gauw gelegd. Totaal onvoorbereid werd ik gebeld. Ik had echt geen idee wie ik nu weer aan de lijn had, laat staan dat ik dacht dat het gesprek voor mij bestemd was en dat bleek ook niet zo te zijn. Zij informeerde naar mijn behulpzame huisgenoot want zij meende dat hij kon bemiddelen in haar poging terug te keren. Dat bleek achteraf helemaal niet zijn verantwoordelijkheid. Gelukkig voor mij wilde die man mij in bescherming nemen tegen dergelijk misbruik en hij stuurde de vrouw met een kluitje het riet in. Op een vrije dag was ik thuis toen onverwacht de telefoon overging. Ik schrok want ik verwachtte niemand omdat niemand van mijn familie of vrienden wist van mijn vrije dag. Het bleek iemand te zijn die een installatiebedrijf nodig had. Ik zei dat ik hem niet kon helpen, dat hij wellicht het verkeerde nummer gedraaid had. Maar hij bleef maar volhouden dat het nummer wat hij had opgekregen echt klopte. Na enig oeverloos heen en weer gepraat besloot ik de boel te onderzoeken en raadpleegde de telefoongids. Het bleek dat het bewuste installatiebedrijf daadwerkelijk bestond, weliswaar op een ander adres dan het mijne, maar tot mijn verbazing wel met hetzelfde telefoonnummer..Het schijnt in zeldzame gevallen wel eens voor te komen dat een telefoonnummer dubbel uitgegeven wordt. Tegenwoordig met de nationale telefoongids op internet is zo'n fout makkelijk te herstellen, maar met de papieren versie is het onmogelijk dit achteraf te wijzigen als ze al gedrukt zijn en zeker als ze al bij de klant terecht gekomen zijn.. 

Ik ken bijvoorbeeld het verhaal van iemand die hetzelfde nummer als een huisarts had. Die werd vaak midden in de nacht wakker gebeld met het verzoek om assistentie te verlenen bij een spoedeisende situatie zoals een bevalling of zoiets. In zo'n geval is het helemaal niet wenselijk om hetzelfde nummer te hebben.

Diezelfde telefoon die jarenlang mij dienst heeft bewezen toen ik op kamers woonde verhuisde mee naar mijn nieuwe adres toen ik in het huwelijksbootje stapte. Het was nog een ouderwetse met een draaischijf, tegenwoordig zie je die niet meer, ik denk een fenomeen dat de huidige generatie niet kent. Er zat ook zo'n overbodig drukknopje op waarvan de functie onduidelijk is. Ongelukkigerwijs had mijn vrouw dat toestel op de grond laten vallen. Ik zou niet weten of het gesprek wat ze toen aan het voeren was om die reden abrupt afgebroken werd, maar toen moesten we noodgedwongen een moderne variant aanschaffen met druktoetsen. Gek dat we eigenlijk nog steeds in de spreektaal de term een nummer draaien gebruiken, terwijl die draaischijven allang tot het verleden behoren en je ze nu alleen nog in musea kunt bewonderen.

Ach eigenlijk ging dit verhaal over mijn ervaring met het op kamers wonen maar het kreeg onverwacht en onbedoeld een andere wending. Wat dat betreft had de titel van dit schrijven net zo goed betrekking op telefoons kunnen hebben, in zekere zin een multifunctioneel verhaal. 

Behalve het feit dat ik de enige in huis was die in het gelukkige bezit was van een telefoon, was ik ook de enige met een videorecorder. Tegenwoordig koop je zo'n apparaat voor een appel en een ei, maar vroeger kostte je dat meer dan je maandsalaris. Tja, nu is die techniek achterhaald. Maar vanwege mijn kostbare inboedel besloot ik de deur van mijn kamer te beveiligen met een extra slot. Ik was in die dagen een handige doe het zelver en had bij een ijzerhandel een degelijk slot aangeschaft wat ik zelf met enige hulp van een vriend aan mijn deur bevestigde. Er woonde in de kamer naast de mijne een morsige vijftiger die de gewoonte had vaak met een slok op achter het stuur te kruipen en dit twijfelachtige wapenfeit had hem meerdere malen op kosten van de staat onderdak bezorgd. Uitgerekend hij was er van overtuigd dat ik dat slot speciaal voor hem had aangebracht en hoe ik ook probeerde hem van het tegendeel te overtuigen, hij bleef bij zijn idee. Het maakte wel dat ik me in zijn buurt een beetje ongemakkelijk voelde en het was moeilijk een confrontatie met hem te vermijden, want hij stond regelmatig in het halletje boven op het fornuis in een braadpan twee of meerdere karbonades te bakken. Er was ooit op die etage een keuken, een piepkleine ruimte met slechts een niet al te groot glas in lood raam.Maar de huisbaas wilde overal geld uit slaan, dus dat kleine keukentje werd door hem gepromoveerd tot kamer. Daarom stond het fornuis, eveneens als een koelkast, in het halletje. Als het aan hem gelegen had maakte hij op die manier zelfs het toilet bewoonbaar, maar ja, gelukkig zag hij in dat kamerbewoners ook mensen zijn en hun behoeften hebben en dat een toilet toch een onmisbaar onderdeel is in een woonhuis. 

Dat slot heeft mij ook wel eens in een benarde situatie gebracht. Het was namelijk net zo'n slot als dat van een voordeur, dat hield dus in dat wanneer je de kamerdeur achter je dichttrok, je er zonder sleutel niet meer in kon. Op een dag moest ik vroeg opstaan, ik was gehaast want ik moest naar de begrafenis van een dierbare overledene. Ik zou niet meer weten wie dat was, waarschijnlijk een naast familielid. Ik wilde een douche nemen en was slechts gekleed in een onderbroek en een kamerjas en trok de deur achter me dicht en ging heerlijk douchen. Toen ik daar mee klaar was kwam ik tot mijn grote schrik tot de ontdekking dat ik mijn sleutel niet bij me had. Wat nu? Ik moest naar die begrafenis, daar kon ik echt niet onderuit, maar niet op de manier zoals ik toen gekleed was. De redding was nabij want een huisgenoot had in geval van nood een reservesleutel in zijn bezit en dit was overduidelijk een noodgeval. Hij was godzijdank ook nog thuis, want anders had ik nog niets aan die sleutel gehad. Toen kon ik gelukkig toch nog correct gekleed en op tijd getuige zijn van het afscheid van de dode. 

Ik woonde tweehoog achter en er was een enorm trappenhuis met een altijd lekkend glas in loodraam aan de zoldering en van boven kon je zo de hal beneden zien. Op de eerste verdieping woonde een oude man en in de kamer daarnaast woonde een meisje. Omdat die man nogal wat lawaai produceerde, klopte dat meisje op zijn kamerdeur om hem te verzoeken wat rustiger te zijn. Ik kon van bovenaf alles goed zien en vermaakte me kostelijk. Opeens stond die man poedelnaakt in de hal op de eerste verdieping. Het bleek dat hij met kennissen strippoker aan het spelen was en blijkbaar vergeten was dat hij in zijn Adamskostuum "gekleed" was. Het meisje schrok zich een ongeluk en ik ging gauw mijn kamer in en proestte het uit. Die situatie van dat uitzicht op de hal beneden bezorgde mij ook eens een gimmick waar ik erg veel schik in had. De post werd bezorgd in een gemeenschappelijke brievenbus met een gleuf zoals bij de meeste brievenbussen en de post van alle huisgenoten werd door een van hen beneden in de hal op een grote ronde tafel gesorteerd gelegd, zodat de geadresseerde zelf de post kon pakken die voor hem bestemd was. Het was wellicht een beetje infantiel van me, maar ik had een stukje papier vol "geschreven" met onbegrijpelijke niet bestaande leestekens. Ik legde dat briefje op die tafel en wachtte tot een nietsvermoedend slachtoffer die post onder ogen zou krijgen. Dat gebeurde vrij snel en ik kon van boven alles goed volgen en genoot. Hij probeerde te ontcijferen wat er stond en slaagde hier uiteraard niet in. Vervolgens vroeg hij om advies aan een huisgenoot die toevallig toen in de hal verscheen, maar die kwam er ook niet uit. Wat was dat toch voor een raadselachtige brief? Nooit hebben ze geweten dat hij van mij afkomstig was en dat er eigenlijk niets in stond. Wat er uiteindelijk mee gebeurd is weet ik niet meer, ik vermoed dat ze hem toen maar weggegooid hebben. 

Je kunt uit al deze verhalen de conclusie trekken dat het leven van een kamerbewoner absoluut niet saai is en je de raarste dingen kunt beleven. 

 

© Frank Faber 2009