021 Mona Lisa.
Er hadden zich, zoals gewoonlijk in het Louvre, vele toeschouwers geschaard rond de Mona Lisa, die met haar eeuwige glimlach menig toerist verleidde tot het nemen van een foto. Maar eer het zover was, kwam er een suppoost om daar een stokje voor te steken; het was namelijk verboden de Mona Lisa te fotograferen, daar dit een ernstige concurrentie voor de ansichtenverkoop zou betekenen. Het liep tegen sluitingstijd en de meeste mensen gingen naar huis. Het was al een stuk minder druk en toen de laatste mensen hun schreden huiswaarts gekeerd hadden, werd het doodstil.
In de zaal waar de Mona Lisa te bezichtigen viel, was het zo donker als in een catacombe. Dit vormt echter geen belemmering om de verdere gebeurtenissen in de zaal te beschrijven. Mona Lisa leek breder te glimlachen dan ooit. Verstijfd van het lange stilzitten wreef ze over haar rug. Toen zwaaide ze haar benen behendig over de lijst. Even scheen ze te aarzelen, maar ze begaf zich naar de deur en begon een dwaaltocht door het museum. Kort na dit gebeuren ging de deur aan de andere kant van de zaal open. Een zwakke lichtstraal, afkomstig uit een dievenlantaarn, kwam voorzichtig uit de ontstane kier gluren.
"Hier is 't Pierre!" klonk een even voorzichtige fluisterstem. Het waren de twee inbrekers Pierre en Guillaume. Ze waren net van plan de slag van hun leven te slaan, ze wilden namelijk de Mona Lisa omruilen voor een vals exemplaar. Wonder boven wonder waren ze de wacht voorbij gekomen zonder gesnapt te zijn. In de haast zagen ze niet dat de Mona Lisa van het doek verdwenen was. Voorzichtig verwisselden ze de echte Mona Lisa voor de valse. Daarna rolde Pierre het origineel op en schoof het in een kartonnen cilinder. Zo gauw als ze konden maakten ze zich uit de voeten. Voor de tweede maal werd het doodstil. Maar de deur werd geopend en de ware Mona Lisa verscheen ten tonele. Ze was van haar dwaaltocht teruggekeerd en wou weer op het doek plaatsnemen. Groot was haar schrik toen ze merkte dat daar een andere Mona Lisa zat. Maar dat nam ze zomaar niet; er ontstond een korte doch beslissende strijd waaruit de echte Mona Lisa als triomferende winnares tevoorschijn kwam. Ze zetelde zich als een koningin op haar troon en keek breed glimlachend naar haar rivale die afdroop. Maar toen verstarde haar glimlach weer en stond weer voor eeuwig te kijk. De valse Mona Lisa had intussen het spoor van de inbrekers gevolgd en kwam zo weer bij haar schepper terecht waar ze in de lijst kroop. Ze werd weer net zo levenloos als een rotsblok, zoals ze het altijd al geweest was.
© Frank Faber 1976