038 Koning Leeuw

 

Van de week vond er een voorval plaats wat heel fout af had kunnen lopen. Ik rende om een voor vertrek gereedstaande trein te halen en wilde naar binnen stormen. Ongelukkig genoeg miste ik een treetje en viel tussen perron en trein. Ik weet niet wat de omstanders die het zagen gebeuren dachten, wellicht dachten ze dat ik het onderstel van de trein op gebreken wilde inspecteren.

Hoe dan ook, ik wist veilig weer op het perron te klauteren en besefte dat ik, afgezien van wat schaafwondjes, er goed vanaf was gekomen.

In mijn leven heb ik meer van dat soort voorvallen meegemaakt die op miraculeuze wijze goed afliepen. Een van de tien geboden van de Bijbel is, of zou moeten zijn: "Gij zult het noodlot niet tarten!"

Dat doe ik zeker niet en als dat toch het geval mocht zijn, doe ik het niet bewust.

Mijn sterrenbeeld is leeuw en dat is een katachtige. Men zegt wel eens dat een kat negen levens heeft, nou ik heb tijdens mijn verblijf op dit ondermaanse wel honderd levens verspeeld. Dat bedoel ik nu met het noodlot tarten. Ik moet wel een beschermengel hebben die het heel goed met mij voorheeft. De kruik gaat natuurlijk net zolang te water tot ze barst. Maar misschien moet ik daar niet bij stilstaan en mijn lot aanvaarden. Want geen mens kan en mag zijn lot in eigen hand nemen en daar zouden we wel stil bij moeten staan.

Hoe je het ook wendt of keert, eens zal een leeuw, hoe machtig hij ook is, sterven.

 

© Frank Faber 2006