032 Valse start
Zou het niet beter zijn ons in ons lot te schikken dan tegen beter weten in ons proberen te weren en te wapenen tegen alle tegenslagen waar de mens nu eenmaal onontkomelijk aan bloot staat? Je zou troost kunnen putten uit het gegeven dat na een slechte dag weer een goede komt.
Het begon 's ochtends vroeg al; opgeruimd als ik was ging ik op weg naar de dagelijkse arbeid. Ik trok de deur achter me in het slot, iets wat ik gewend ben elke dag te doen, maar deze dag zat een wesp op de deurknop die een gemene angel in mijn onschuldige vinger prikte. Dat deed behoorlijk zeer. Totaal door dit voorval overrompeld bleef ik besluiteloos staan, waardoor ik dus uiteraard mijn trein miste. Volgende trein dan maar weer!
Ik uitte zachtjes een verwensing, maar blijkbaar niet zacht genoeg om door een passant niet gehoord te worden.
"Vloeken is aangeleerd, word geen naprater!" stond op een reclameposter van de Bond tegen het vloeken. Soms wordt een mens onnodig op de proef gesteld.
In de trein blies ik zachtjes tegen mijn vinger om het leed wat te verzachten toen er een conducteur binnenkwam. Verdorie nog aan toe! Waar had ik nu mijn plaatsbewijs?
Een heldere ingeving duidde me op dat speciale vakje in mijn tas waar het gewraakte papiertje zich tot mijn grote opluchting bevond. Maar ik voelde wel alle blikken van mijn medepassagiers mijn kant op kijken.
Nadat de trein het station binnengedenderd was, zette ik het op een lopen, struikelde over een stoeptegel, ja hoor, grote scheur in mijn nieuwe pantalon.
Net op tijd kwam ik mijn afdeling binnenstormen. Mijn chef achter zijn bureau keek vreemd op: "Hé Faber, wat kom jij doen? Je had toch vrij vandaag?"
Even later stond ik in de stromende regen weer buiten. Ach ja, er zijn van die dagen!
© Frank Faber 2000